‘Ik wil bewijzen dat je met een fiets een winstgevend bedrijf kunt opzetten’
Woensdagmiddag rond lunchtijd. Op het Delftechpark vormt zich een kleine rij bij Piadabybike, de ‘foodfiets’ van Matteo Petruzzi. Hij verkoopt Piada Romagnolaa: Italiaanse streetfood. Naar eigen recept en uit eigen keuken.
Matteo (29) is de man achter Piadabybike. Zoals zijn naam en product al doet vermoeden is hij van Italiaanse komaf: “Ik ben geboren in Brescia in Noord-Italië.” Matteo studeerde nanotechnologie in Italië en kwam vijf jaar geleden naar Nederland om te gaan werken bij TNO. Op een avond in 2020 had hij zin in een piada, een plat broodje met diverse ingrediënten, zoals mozzarella, parmaham of groenten, dat traditioneel afkomstig is uit de streek waar hij vandaan komt. “Tot mijn verbazing was het nergens in de buurt te krijgen.” Op dat moment werd het idee geboren: “Ik wilde altijd al eigen baas zijn en hier lag duidelijk een gat in de markt.” Er volgden zes maanden van ideeën én twijfel: “Ik was bang dat ik de wetenschap te veel zou gaan missen.”
Foodfiets
En voor dat idee werkelijkheid werd, moest er nog heel wat gebeuren. Want waar ga je je product verkopen? Een vaste locatie was voor de beginnend ondernemer nog onbetaalbaar. Samen met een drietal (Italiaanse) vrienden die investeerders werden, kwam Matteo op het meest Nederlandse idee dat je kunt bedenken: een fiets. De foodstand van Piadabybike is in feite een ingenieus bedachte (elektrische) bakfiets waar alles in zit: een bakplaat, vriezer, koelkast en ruimte voor voorraad. “We hebben hem helemaal zelf ontworpen en gebouwd. In Italië. Dat duurde drie jaar, want het moest allemaal gebeuren naast mijn reguliere baan. Daarnaast moest ik natuurlijk ook nadenken over onze producten. Ons eigen deeg maken, recepten bedenken en alle dingen regelen die als beginnend ondernemer op je afkomen. In juni 2023 kon ik echt beginnen.”
Internationaal publiek
Als vestigingsplaats koos Matteo voor Delft. “Die stad ken ik het beste. Er is hier veel internationaal publiek en ik zag vooral kansen bij studenten.” Hij klopte aan bij de gemeente om informatie en hulp. “Zij hebben me geholpen met het vinden van professionele keukenruimte en een plek om de foodfiets ‘s nachts te kunnen stallen. Via hen vond ik ook een standplaats bij een bedrijf op het Delftechpark. Ik sta daar iedere woensdagmiddag van 11.30 tot 14.30 uur. Ook sta ik elke zaterdag op de Delftse weekmarkt. Plekken met een grote variatie aan klanten zoals werknemers van verschillende bedrijven. En op de markt letterlijk iedereen: studenten, families, toeristen. Vaak mensen tussen de 25 en 50 jaar.”
Matteo is nu dus nog parttime ondernemer, maar hoopt fulltime in zijn zaak te kunnen gaan werken. “Parttime ondernemen betekent wél fulltime werken. Naast mijn bedrijf werk ik vier dagen in de week bij een Delftse startup. In de avonduren doe ik de voorbereidingen, regel de inkoop en werk ik recepten uit.” Altijd bezig dus, maar dat vindt Matteo juist prettig. Mede daardoor is zijn angst, dat hij de wetenschap zou gaan missen, niet uitgekomen: “Het werken voor en aan je eigen bedrijf blijkt een intellectuele uitdaging genoeg. Ik wil bewijzen dat je met een fiets een winstgevend bedrijf kunt opzetten.” Als ondernemer voelt Matteo zich als een vis in het water: “Het is prachtig om mensen te zien genieten van jouw product.”
Plannen voor de toekomst
Plannen zijn er nog genoeg: uitbreiding van het assortiment met goede koffie en Italiaanse desserts. En op termijn meer catering en festivals. “Een paar festivals doe ik al, zoals dit jaar het Tiny House Festival en het Jazzfestival. De volgende stap is een eigen restaurant. Ook hier in Delft. Dus ik klop volgend jaar graag weer bij de gemeente aan om te zien wat mogelijk is. Ik geloof in deze stad en ze kennen ons inmiddels al een beetje hier. En vanuit Delft, wie weet wat er mogelijk is? Onze ultieme droom is om meerdere restaurants te hebben in verschillende steden.”
Tekst: Esdor van Elten | Foto's: Erwin Dijkgraaf