Onderzoek studenten 2021
In april-mei 2021 hebben leden van het Delft Internet Panel meegedaan aan een onderzoek naar Delft als studentenstad. 1.520 Delftenaren hebben de vragenlijst ingevuld (respons 70%) onder wie 137 studenten. De gemeente heeft dit onderzoek eenmaal eerder uitgevoerd, in juni 2018.
3 categorieën
De groep deelnemers bestaat uit 3 categorieën:
- Delftenaren die op het moment van onderzoek studeren (de studenten)
- Delftenaren die hebben gestudeerd
- Delftenaren die niet hebben gestudeerd
De resultaten van het onderzoek staan waar mogelijk per categorie.
Betrokkenheid bij universiteit of hogeschool
Van de deelnemers die hebben gestudeerd is de helft op de een of andere manier betrokken (geweest) bij de universiteit of een hogeschool. Dat kan zijn via werk, maar ook als gastdocent, begeleider van studenten, voor onderzoek, via een bedrijf enz. Onder de deelnemers die niet hebben gestudeerd is die betrokkenheid kleiner, ongeveer een kwart.
Contacten met studenten
Van de degenen die hebben gestudeerd spreken zeven op de tien wel eens een student. Van degenen die niet hebben gestudeerd vier op de tien. In de wijken Binnenstad, Voordijkshoorn en Wippolder vinden het vaakst ontmoetingen met studenten plaats. In de wijken Tanthof en Buitenhof het minst vaak.
De meeste ontmoetingen vinden thuis plaats, bij familie of vrienden, in werkverband en in de vrije tijd. In vergelijking met 2018 zijn er in 2021 minder sociale contacten met studenten. Vermoedelijk komt dit door de coronacrisis.
Invloed van studenten in de stad
In het onderzoek gaven de deelnemers aan hoe zij de invloed van de aanwezigheid van studenten ervaren op de volgende kenmerken van de stad:
- Gezelligheid
- Verenigingsleven
- Bekendheid van Delft in de wereld
- Innovatieve stad
- Groene en duurzame stad
- Straatbeeld
- Cultuurevenementen
- Verkeersdrukte
- Vrijwilligerswerk
- Mantelzorg.
Bij elk van deze kenmerken is 50 tot soms bijna 100 procent van de studenten van mening dat hun invloed groot tot zeer groot is. Met uitzondering van vrijwilligerswerk en mantelzorg. Onder de twee categorieën niet-studenten liggen deze percentages aanzienlijk lager. Uitzondering hierop zijn straatbeeld en verkeersdrukte. Alle drie de categorieën vinden dat studenten hierop een grote invloed hebben. Alle drie de categorieën vinden de invloed van studenten op vrijwilligerswerk en met name mantelzorg klein.
Waardering invloed studenten
Nog uitgesprokener is het beeld als het gaat om de waardering van de invloed van studenten op de genoemde kenmerken van het stadsleven. Minimaal zes op de tien studenten vinden dat studenten een positieve tot zeer positieve invloed op veel kenmerken van de stad hebben. Voor gezelligheid, innovatieve stad en bekendheid van Delft vinden zelfs bijna alle studenten dit. Over straatbeeld, mantelzorg en verkeersdrukte zijn zij veel minder positief over hun eigen rol.
Anders is het bij beide categorieën niet-studenten. Met uitzondering van gezelligheid, innovatieve stad en bekendheid van Delft in de wereld oordeelt minder dan de helft van deze Delftenaren positief over de invloed van studenten op de onderzochte kenmerken van de stad. Overigens geldt voor alle kenmerken dat de ‘gestudeerden’ steeds wat positiever (of minder negatief) zijn dan de ‘niet-gestudeerden’.
Hoe zwaar wegen de kenmerken?
Voor alle drie de categorieën is gezelligheid in de stad het belangrijkste kenmerk. Voor studenten en gestudeerden staat groen en duurzaam op de tweede plaats. Voor niet-gestudeerden is dat het straatbeeld. Innovatieve stad neemt bij de studenten de derde plaats in. Bij gestudeerden is dat het straatbeeld en bij niet-gestudeerden verkeersdrukte.
Doen studenten mee?
In de tabel staat hoe de drie categorieën vinden dat studenten meedoen met de Delftse samenleving.
Categorie | Ja (van volledig tot gedeeltelijk) |
Nee (van nauwelijks tot helemaal niet) |
Weet niet |
---|---|---|---|
Studenten | 91% | 8% | 1% |
Gestudeerden | 70% | 21% | 9% |
Niet-gestudeerden | 62% | 19% | 19% |
De meeste niet-studenten die deze vraag met ‘ja’ hebben beantwoord geven als toelichting dat ze dit zelf hebben ervaren en/of gezien. Bijvoorbeeld door deelname van studenten aan een project in de buurt. Maar er is ook een aanzienlijke groep die deze informatie heeft vernomen uit de lokale krant, uit social media of andere bronnen.
Verhuisplannen na de studie
Studenten kregen de vraag wat zij gaan doen na het behalen van hun diploma.
Wonen na de studie | Percentage |
---|---|
Ik blijf hoe dan ook in Delft wonen | 5% |
Als het enigszins mogelijk is blijf ik in Delft | 40% |
Als het enigszins mogelijk is verlaat ik de stad | 28% |
Ik ga hoe dan ook ergens anders wonen | 5% |
Weet ik nog niet | 22% |
Stellingen over studenten
De deelnemers kregen zes stellingen met de vraag of zij het met hiermee eens of oneens waren. De tabel laat voor alle drie categorieën zien welk percentage het (zeer) eens is met de stelling.
Stelling | Studenten | Gestudeerden | Niet- gestudeerden |
---|---|---|---|
De aanwezigheid van studenten is goed voor het imago van Delft |
91% | 74% | 56% |
Studenten maken de stad aantrekkelijker | 86% | 64% | 45% |
Studenten zorgen voor meer werkgelegenheid in Delft |
75% | 58% | 48% |
Studenten zorgen voor overlast | 42% | 54% | 49% |
Elke student zou tijdens de studie vrijwilligerswerk moeten doen |
28% | 35% | 54% |
Het zou goed zijn als de meeste studenten van de TU op de campus wonen |
12% | 36% | 62% |
De eerste drie stellingen ademen een positieve sfeer. Door de aanwezigheid van studenten gaat Delft er in meerdere opzichten op vooruit. Een ruime meerderheid van de studenten en de gestudeerden is het hiermee (zeer) eens. De niet-gestudeerden zijn minder positief.
Gemiddeld vindt de helft van alle deelnemers dat studenten voor overlast zorgen. De drie categorieën ontlopen elkaar daarbij niet zoveel. Zelfs 42% van de studenten is het (zeer) eens met deze stelling.
Voor verplicht vrijwilligerswerk is onder studenten niet veel animo. Terwijl slechts een op de tien studenten het een goed idee vindt als de meeste studenten op de campus zouden wonen. Een meerderheid van de categorie niet-gestudeerden juicht beide ideeën juist toe.