‘Opstaan tegen antisemitisme’

Burgemeester Marja van Bijsterveldt had onlangs een gesprek met een aantal mensen uit de Joodse gemeenschap in Delft. Aanleiding voor het gesprek vormde het toenemend antisemitisme. De burgemeester vindt het belangrijk om betrokken te zijn bij de Delftse Joodse gemeenschap, te weten wat er leeft bij hen en hoe zij deze ontwikkeling ervaren. 

Hoe heeft u het gesprek ervaren?

“Ik ben dankbaar voor de openheid tijdens het gesprek. De aanwezigen deelden met mij hun grote zorg over het toenemend antisemitisme, dat zowel op straat als online plaatsvindt, en ook de angst en gevoel van onveiligheid in de Joodse gemeenschap dat daarmee gepaard gaat.”

Waarover heeft u gesproken?

“Ik heb deze avond verhalen gehoord over het gevoel dat je niet meer onbezorgd je leven kunt leiden. Dat je op je hoede bent. Dat je eigenlijk niet kan zijn wie je bent, of in ieder geval niet zichtbaar voor anderen. 

Wat doen die verhalen met u?

“Ik vind het verschrikkelijk. Bijvoorbeeld dat keppeltjes dan maar niet meer worden gedragen in het openbaar. Of dat de davidster aan een hanger onder de kleding wordt verstopt of zelfs thuisgelaten en dat de mezoeza, een tekstkokertje dat volgens traditioneel joods gebruik op deurposten wordt aangebracht, wordt afgeplakt of naar binnen wordt gehaald. De angst die achter deze handelswijze schuilgaat, vind ik heel ernstig en verdrietig.” 

Wat is uw boodschap aan Delft?

“We moeten onze stem laten horen tegen het toenemend antisemitisme. In Delft is géén plek voor antisemitisme, voor discriminatie in welke vorm dan ook. We moeten voor mensen gaan staan. Ik ondersteun daarom van harte de verklaring die vorige maand in de Tweede Kamer werd vastgesteld. Daarin werd opgeroepen om in actie te komen tegen antisemitisme. In Delft zetten we in op verbinding. We hebben elkaar nodig; alleen samen maken we Delft de mooie stad die ze is.”