In half uur met de zweeftrein naar Parijs

Zwevende capsules die in een vacuümbuis met 1.000 kilometer per uur in 30 minuten van Amsterdam naar Parijs zoeven. Extreem duurzaam door de elektromagnetische voorstuwing: dat is de hyperloop. 

In de Dreamhall van de TU Delft aan de Stevinweg werkt een team van bachelor- en masterstudenten aan deze hyperloop. Team-captain Sophie Loogman: “Op deze plek maken jonge engineers van dromen werkelijkheid.” En ze zijn al ver. Net buiten de Dreamhall ligt een proeftrack van 15 meter klaar. Op 10 juni is hier een mini-testrit van de hyperloop-pod, zoals de zweeftrein-capsule voor het vervoer van mensen en goederen heet. 

Proeftrack ligt klaar

Het hyperloop-team van de TU-Delft, is er – samen met universitaire teams uit andere landen - nu negen jaar mee bezig. Elk jaar is in Delft een ander team aan de beurt om een facet van de hyperloop-in-wording te perfectioneren. Dit jaar is het thema ‘opschalen’. Daniel Bot, chief engineer van het team, legt uit: “De test-pod is tot nu toe 80 centimeter breed. Wij zijn nu aan het opschalen naar een pod van twee meter breed. Als dat lukt, is het niet moeilijk om naar vier meter te gaan, de ware breedte van de zweeftrein.”

Jongensboek

Het team is vastbesloten, bloedserieus en maakt lange dagen. Tegelijkertijd leest het ontwikkelen van de hyperloop ook als een jongensboek. Neem nu alleen maar de 15 meter proefspoor (tien ton staal!) die hier een paar weken geleden is neergelegd. Daniel: “We hadden bij een bedrijf speciaal staal besteld waarin een paar duizend gaten moesten worden geboord. Maar toen het geleverd moest worden, bleef het akelig stil: een telefoontje leerde dat het bedrijf failliet was. Het staal mocht niet van het bedrijfsterrein af. We zijn toen met z’n allen gaan rondbellen en vonden een ander staalbedrijf dat snel kon leveren. Daarna hebben we dag en nacht doorgewerkt om er duizenden constructie-gaten in te boren. Ruim drie weken na het telefoontje over het faillissement hadden we de track liggen. Net voor de tentamentijd, want in die periode is zwaar vervoer verboden.”

Creating history

Waarom het ontwikkelen van de hyperloop interessant is voor Delft als stad? Sophie: “Wat wij doen, is creating history. De TU Delft is in Nederland de enige universiteit die aan de hyperloop werkt. We werken elk jaar aan een tastbare innovatie voor de hyperloop. Ook Delft kan bij deze innovaties een rol spelen. Sophie: “Technische bedrijven kunnen een nuttige aanvulling zijn voor ons project. Zo gebruikten we van een bedrijf – buiten Delft trouwens - een drive die normaal wordt gebruikt om een roterende elektromotor aan te sturen. Met kleine aanpassingen konden we die geschikt maken voor de aansturing van onze magneetspoelen”. De hyperloop is overigens wel echt een wetenschappelijk ding. “Commerciële innovatoren zijn er op dit gebied niet of nauwelijks.”

Supergemotiveerd

Ondertussen werkt het Delftse hyperloop-dreamteam hard door aan het opschalen van de zweeftrein. Sophie: “We zijn supergemotiveerd.” Dat zie je als door de Dreamhall wandelt. Tientallen computerschermen met studenten die schema’s en formules uitwerken, terwijl er een deur verder gelast, geschroefd en getimmerd wordt. Daniel: “Dit is een ongelofelijke ervaring”. Sophie: “Dit vormt je.” 

Made in Delft

Het zal nog jaren duren voor de hyperloop ook echt tussen Parijs en Amsterdam zoeft. Sophie: “Er moet een track van zo’n 1.500 kilometer komen en er moet juridisch en politiek van alles op Europees niveau worden geregeld voor het reizen binnen Europa. Dat dankzij de hyperloop heel veel sneller en duurzamer mogelijk is dan nu.” Maar toch, als de hyperloop dan eindelijk zweeft, en Sophie en Daniel maken hun eerste echte hyperloop-reis, wat denken ze dan? Daniel: “Made in Delft”.

Tekst: Rob van Es | Foto: Delft Hyperloop

Hyperloop