Toespraak wethouder Gooijer

Toespraak van wethouder Gooijer tijdens de herdenking van het koloniaal en slavernijverleden van Delft. Deze herdenking vond plaats op maandag 30 juni in Theater de Veste.

 

Goedenavond allemaal,

Welkom in Theater de Veste. Op deze bijzondere en betekenisvolle avond. Ik dank u voor uw aanwezigheid.

We zijn hier om te herdenken. Om stil te staan bij het koloniaal en slavernijverleden van Nederland en van Delft.

  • We herdenken de mensen die geleden hebben onder slavernij in de voormalige Nederlandse koloniën, zowel in de westelijke koloniën als in Nederlands-Indië. Mensen die tot eigendom werden gemaakt, uitgebuit, gedehumaniseerd.
  • Maar we herdenken ook hen die opstonden tegen dit systeem. Zij die verzet boden tegen onmenselijkheid, vaak met gevaar voor eigen leven. Hun moed en kracht verdienen een blijvende plaats in ons collectieve geheugen.
  • We erkennen ook de impact van het systeem van contractarbeid. Vaak voorgesteld als een vorm van vrijwillige arbeid, maar in werkelijkheid gekenmerkt door uitbuiting, controle en onderdrukking. Ook dat is een verhaal dat verteld moet worden.
  • En we staan stil bij de doorwerking van dit verleden in het heden. Want hoewel slavernij formeel werd afgeschaft in 1863, en het koloniale systeem formeel eindigde in de twintigste eeuw, werken de gevolgen nog altijd door. In de samenleving. In instellingen. In het dagelijks leven van mensen.

In ongelijkheid in kansen, in racisme, in discriminatie, in economische en sociale scheidslijnen. Het leeft voort in beelden die we van elkaar hebben, beelden die ontstaan zijn in een tijd van onderdrukking, en die we nog altijd niet helemaal losgelaten hebben.

Daarom is het belangrijk dat we vandaag herdenken.

Delft heeft een eigen geschiedenis die verbonden is met het koloniale systeem. Delftse kooplieden en bestuurders investeerden in de VOC en WIC. De Weeskamer, onderdeel van het stadsbestuur, belegde in koloniale handel. Er woonden tot slaafgemaakten in Delft. Ook de kerk was onderdeel van dit systeem. Legitimeerde het, hield het in stand.

Herdenken doen we ook om te leren van de geschiedenis. Hoe kon het dat we zo lang een systeem van ontmenselijking, van handel boven mensenlevens in stand hielden. Dat we het nodig achten en normaal vonden dat mensen die er anders uitzagen minder waard waren? We kunnen ons niet meer voorstellen dat slavernij bestond. Toch?

Of toch niet? Want als we rondkijken in onze wereld zien we dat er nog steeds slavernij is – soms letterlijk - bij de bouw van stadions in Qatar, in de fast fashion industrie of in de seksindustrie. Mensen worden gereduceerd tot bezit. Net als toen. En ook nu houden wij dat systeem in stand door de keuzes die we maken (of niet maken).

En de grondtonen onder slavernij zijn nog altijd hoorbaar: de ontmenselijking / dehumanisering van anderen. Het verdrijven van mensen van hun geboortegrond. Het heersen over andere volken. De overtuiging dat bepaalde volken geen bestaansrecht hebben of jouw volk iets ontnemen. Dat is onrecht. Groot onrecht. En dat moet bestreden worden. Het wemelt in de wereld van zogenaamde leiders die functioneren vanwege deze denkbeelden. Die het nodig vinden om anderen tot vijand te bestempelen, die groepen mensen ontmenselijken, minder waard vinden.

Als je dat tot je door laat dringen is het onbegrijpelijk dat we niet meer leren van onze geschiedenis. En ik vraag me af hoe anderen over 150 jaar zullen terugkijken op deze tijd; zullen zij zich op hun beurt afvragen hoe het kon dat we niet ingrepen? Waarom we ook nu weer onze economie of onze rust belangrijker vinden dan het bestrijden van onrecht?

Leiderschap dat het nodig heeft om de ander te ontmenselijken is geen leiderschap. Dat handel en geld stelt boven mensenlevens is geen leiderschap.

Wat we vandaag accepteren is niet los te zien van wat we toen toelieten. Herdenken vraagt dus ook iets van ons nu.

Daarmee is herdenken geen ritueel voor “een ander” – van mensen van kleur in onze stand, van nazaten van tot slaafgemaakten. Het is iets wat ons allemaal aangaat. Of we nu nazaten zijn van tot slaaf gemaakten, van contractarbeiders, van koloniale machthebbers of inwoners van landen die Nederland heeft gekoloniseerd of van mensen die onwetend toekeken. Wij zijn allemaal erfgenamen van dit verleden. En we hebben er allemaal van te leren. In het onrecht dat bestreden moet worden, in de beelden die we van elkaar hebben, in de leiders die we kiezen.

Herdenken is erkennen. Zien wat lang niet werd gezien. Horen wat te lang niet werd gehoord. En begrijpen hoe diep de sporen zijn die dit verleden heeft nagelaten.

Herdenken is ook helen. Het is ruimte maken voor verdriet, voor pijn, voor gemis, maar ook voor trots, voor kracht, voor verbinding.

En herdenken is richting geven. Want pas als we eerlijk kijken naar waar we vandaan komen, kunnen we bepalen waar we naartoe willen. Pas als we ons verleden onder ogen zien, kunnen we bouwen aan een gezamenlijke toekomst.

Een toekomst waarin uitsluiting geen plek meer heeft. Waarin we de ander zien als medemens. Ook als die er anders uitziet. Van ver komt of andere opvattingen heeft. Een toekomst waarin echt leiderschap getoond wordt die het niet nodig heeft de ander minder waard te vinden of te ontmenselijken.

Op 19 december 2023 bood het college van burgemeester en wethouders excuses aan voor het aandeel dat Delft had in het systeem van slavernij. Een belangrijke stap. Maar we wisten toen al: een excuus is geen eindpunt, maar een begin.

Daarom staan we hier vandaag opnieuw. Voor de tweede keer herdenken we als stad Delft samen ons koloniaal en slavernijverleden. Niet als verplichting, maar als keuze. Een keuze om te leren. Om te verbinden. Om te bouwen aan een stad waarin iedereen zich erkend en gezien voelt. Die keuze maken we als stad samen.

In de afgelopen jaren zijn die verhalen zichtbaarder geworden. Dankzij onderzoek, dankzij bewoners, dankzij organisaties zoals het Kwartiermakers Comité Slavernijverleden, Stichting Lespeki, en vele anderen. Dankzij hen zijn de sporen van dit verleden in ons stadsbeeld, in onze archieven en in onze gemeenschappen opnieuw onder de aandacht gebracht. Zij hebben ons geholpen om te zien wat lang onzichtbaar bleef. Ook zaterdag bij de presentatie van het onderzoek Kerk en Slavernij in Delft. Zij hebben bijgedragen aan wat we vanavond doen: herdenken met open ogen.

De afschaffing van slavernij was geen natuurverschijnsel. Er was kracht en moed voor nodig van tot slaaf gemaakten en van vrije mensen die zich voor hen gingen inzetten. Ook als niets erop wees dat het ooit zou lukken. Omdat de mensen die het systeem in stand hielden zo machtig waren of onverschillig of bang voor de economische gevolgen. Er was kracht en moed voor nodig, als de hoop of het ooit zou lukken vervaagde, de tijd doortikte en generatie na generatie opgroeide onder de werkelijkheid van slavernij.

We hebben anno 2025 misschien de zichtbare ketenen afgeworpen, maar we zitten nog te vaak gevangen in onzichtbare ketenen van oude denkbeelden, van uitsluiting, van ongelijkheid. Discriminatie, institutioneel racisme en kansenongelijkheid zijn geen begrippen uit het verleden, ze zijn realiteit in het heden.

Herdenken betekent dus niet alleen terugkijken. Het betekent ook erkennen wat dit verleden met ons heden doet. Het betekent dat we luisteren naar mensen die zich niet gezien voelen, die nog altijd strijden voor hun plek, hun naam, hun verhaal.

Dat vraagt kracht en moed. Dat vraagt openheid. Dat vraagt ook dat we ongemak toelaten. In de nota Samen thuis in Delft die we later dit jaar publiceren, maken we van deze thema’s een prioriteit: inclusief samenleven, gelijke kansen, en het erkennen van ons gedeelde verleden.

We willen niemand iets opleggen. Maar we willen wel ruimte maken voor verhalen die lang zijn weggedrukt. Inclusief samenleven betekent dat iedereen meetelt. En dat we elkaar willen begrijpen, ook als het schuurt.

Ik ben dankbaar dat we vanavond niet alleen herdenken, maar ook vooruitkijken. Met kunst. Met gesprekken. Met ontmoeting. En straks: met de voorstelling Na de Komma, waarin jongeren hun verhalen en perspectieven delen. Zij zullen hun adviezen aan mij overhandigen. Ik neem die met open oren en hart in ontvangst. Want het is hun toekomst die we samen vormgeven.

Laat vanavond geen los moment zijn. Laat het een schakel zijn in een keten van bewustwording, verbinding en verandering.

Laten we blijven herdenken. Blijven luisteren. Blijven handelen met moed en kracht en echt leiderschap.

Voor wie geleden heeft. Voor wie gestreden heeft.
Voor wie zich uitgesloten voelt. Voor wie tot inzicht kwam.
Voor wie wil bijdragen aan een betere stad.
Voor Delft. Voor ons allemaal.

Ik dank u voor uw aandacht.